PZC - touching and expressive

Ramprequiem ook in perspectief indringend

Is het Requiem '53 van de Middelburgse componist Douwe Eisenga in staat de aandacht van de luisteraar gevangen te houden, ook buiten de wijding en de emotie die met een herdenking van de rampslachtoffers gepaard gaat? Nu het 'muzikaal monument' bij de vijftigste herdenking van de watersnood van 1953 op cd is uitgekomen, is het antwoord ondubbelzinnig: ja. Op deze luisteraar – die de herdenking niet heeft meegemaakt – werkte Eisenga's muziek in de ambiance van huiskamer en koptelefoon in ieder geval ontroerend: er gaat van het werk ook een half jaar na de concerten een grote zeggingskracht uit.

,,Luister niet hoe het gemaakt is, luister wat het is,'' adviseerde de atoomsplitser-in-de-muziek Arnold Schönberg, ooit een concert bezoekende vriendin. In interviews in de periode-van-wording heeft Eisenga herhaaldelijk verklaard er geen probleem mee te hebben zich als componist dienstbaar op te stellen. Dienstbaar in dit geval aan het semi-professionele Zeeuws Orkest en het Zeeuws Philharmonisch (amateur)Koor. Het resultaat is een opvallend toegankelijk stuk muziek. Het voldoet daardoor niet alleen aan de bedoelingen van de componist, het maakt ook duidelijk dat  beperking expressieve kracht niet in de weg hoeft te staan.

Bij het beluisteren van de cd viel me de keuze en de rangschikking van de teksten op als een van de troeven van het aangrijpende werk. Eisenga onderbrak de tekst van de Requiemmis herhaaldelijk door fragmenten uit de Zee-elegie van Vaili Zjoekovski en door poëzie, die de Canadese dichter Christopher Levenson – in 1953 als vrijwilliger in Zeeland – in dat jaar naar aanleiding van de ramp schreef. Zo sloot hij aan bij een manier van werken, die Benjamin Britten in het begin van de jaren zestig toepaste bij zijn beroemde War Requiem. Zoals de gedichten van Wilfried Owen de verschrikkingen van de oorlog schetsten, zo brengen de teksten van Levenson de verschrikkingen van natuurgeweld van '53 opnieuw dichtbij. In de vaak elegische sfeer doet Eisenga's Requiem denken aan de mildheid van Fauré, in muzikale stijl zorgt hij met zijn aansprekende ritmiek en zijn instrumentatie (slagwerk) regelmatig voor een soort kruisbestuiving van Carl Orff en de minimalist Philip Glass.

De uitvoeringen door het Zeeuws Orkest het Zeeuws Philharmonisch Koor en de prachtige alt Simone Veder kregen in de eerste week van februari veel waardering. De cd-registratie accentueert de goede kanten en een paar minder vlekkeloze passages. Heel mooi: de ingehouden en intense bijdragen van Simone Veder. Goed: de dreiging in sommige zachte passages zoals de inzet van het werk door de lage strijkers van het orkest, de bijdragen van blazers en slagwerk en het sonore aandeel in veel van de koorpassages. Jammer: de onvoldoend ritmische profilering van het koor in Nubes Oscures. Bij elkaar echter is deze cd – 1300 voorintekeningen – een aansprekend document humain.

Tenslotte: luister niet hoe het gemaakt is, luister wat het is, het geldt ook voor de opname. De cd-registratie is gebaseerd op de uitvoeringen in de Grote Kerk van Goes en de St. Jacobskerk en op een aantal correcties. Het resultaat is een zeer doorzichtige opname, waarin ik alleen in het dreigend-fluisterende begin iets meer kern had willen horen. Requiem '53 is een uitgave van de Stichting Zeeland Nazomer Festival.

Kees Cijsouw